woensdag 1 april 2015

Wat een chinese vingerval mij leert over innovatie...

Je hebt generaties die zijn opgegroeid met Star Trek en je hebt er die verknocht waren aan "Star Trek: The Next Generation". Ik behoor tot de laatste categorie. 'The Next Generation': het geeft toch minstens even de indruk dat je nog tot de jongere soort behoort, al is het natuurlijk ook al geleden van de jaren '80 dat deze reeks de liefhebbers wekelijks aan het scherm gekluisterd hield. Wat Spock was voor Star Trek, was Data voor The Next Generation. Data is een androide, met een brein dat ongekende rekensnelheden aankon, maar ook in staat was om te leren door nieuwe neurale verbindingen te leggen op basis van informatie die hij uit verschillende kanalen detecteerde. Eigenlijk was hij dus een vermenselijking was van wat we nu met een hippe term Big Data noemen.

Voor wie 'Star Trek: The Next Generation' een blinde vlek is: in dit fragment geeft Data een staaltje van zijn kunnen. Wetende dat al behoorlijk wat visionaire beelden uit science fiction gerealiseerd zijn, geeft dit misschien al een idee over de toekomst binnen 100 jaar. Dat (Big) Data niet de oplossing geeft voor alles, blijkt als je even doorscrolt naar 1'10" in het fragment. Data is daarbij gestrikt in een Chinese Vingerval. Het is een Chinese breingamer waarin je beide wijsvingers vast komen te zitten in een smalle cilinder geweven van bamboo. Intuitief begin je beide vingers uit mekaar te trekken om los te komen uit de val. De bamboo vezels strekken zich uit en vernauwen daarbij de opening nog meer zodat de val zich versterkt. Het vergt een menselijk brein, in dit geval dat van Kapitein Picard, om te beseffen dat de omgekeerde beweging moet gemaakt worden.

Ik moest aan deze vingerval denken bij het lezen van een column in De Morgen over de patstelling tussen Silicon Valley en de Amerikaanse overheid. Silicon Valley verwijt de overheid dat ze zich veel te conservatief opstelt en het potentieel van nieuwe digitale technologie niet voldoende omarmt. De overheid daarentegen wijst op de gevaren die het naief en ongeremd toepassen van de nieuwe technologie met zich meebrengt. Ze hebben allebei een punt, maar voor je het weet zit je in een stellingenoorlog.

Technologische innovaties hebben in het verleden bewezen dat ze onze maatschappij rasse schreden vooruit laat zetten op vlak van levenscomfort. De groeiende middenklasse is er voor een groot stuk schatplichtig aan. Dus ja, technologische innovaties moeten de ruimte krijgen, ook in de vorm van nieuwe business modellen. Maar die zelfde technologische innovaties hebben in het verleden ook al geresulteerd in abberaties in de maatschappij. Dat lag niet aan de technologie zelf, maar aan de manier waarop ze werd gebruikt. Dus ja, het is de rol van een democratisch verkozen overheid, om de nieuwe modellen te toetsen op randvoorwaarden zoals ecologie en sociale rechtvaardigheid. Het wordt dan ook tricky als kritiek op elk nieuw succesvol business model in de kiem wordt gesmoord vanuit een stereotypering dat de tegenstanders tegen vooruitgang zijn en bij uitbreiding digitale analfabeten. Valideren van nieuwe business modellen, impliceert ook een validatie op de criteria die de economische business case overstijgen.

De snelheid waarmee nieuwe innovaties op de markt komen, dwingt echter ook de overheid tot introspectie. De bankencrisis heeft duidelijk gemaakt dat overheidsregulering niet altijd uitblinkt in effectiviteit, allicht deels door een gebrek aan kennis. Die kennisgap speelt nog veel harder in de digitale transitie die we doormaken. De enige manier om die kennisgap te dichten is door de mensen en de technieken te omarmen die momenteel de drijvende kracht zijn achter de digitale transitie. Een belangrijk kantelpunt daarbij is het afstappen van het klassieke aanbestedingsproces. Dat impliceert nog altijd dat de overheid zelf met haar partners de volledige waarheid in pacht heeft voor het definiëren van nieuwe projecten. De overheid als orkestleider dus. Wie denkt er nog dat de IT malaise binnen justitie nog op deze manier kan opgelost worden? Heeft er al eens iemand aan gedacht om een hackathon te doen waarbij het globale IT probleem wordt opgesplitst in een reeks deelproblemen waarvan mogelijke oplossingen (stappen vooruit) snel gepiloteerd kunnen worden? De overheid dus meer als onderdeel van een jazz-band.

De Chinese vingerval leert alvast dat je toenadering moet zoeken om vooruit te geraken. Nieuwe samenwerkingsformules dus. Experimenten uit het verleden waren misschien niet zo positief, maar geen probleem. Piloteren betekent ook falen, maar vooral daaruit leren om het de volgende keer beter te doen.  Een uitdaging voor overheid en technologiesector. En we moeten daarbij ook niet teveel naar de US kijken. De cultuur van een land en een bedrijf hebben wel wat gemeen. Om wendbaar in te spelen op verandering, focus je best niet te veel op het veranderen van de organisatiecultuur zelf. Beter is om de sterktes van je eigen cultuur te gebruiken om een unieke positie in te nemen in het veranderende landschap. Je zal de cultuur mee zien evolueren...


Geen opmerkingen:

Een reactie posten